Richtlijnen voor de Dagelijkse Werking van de Clubs
  1. De Zilveren Passer is een onafhankelijke, culturele damesvereniging. Hieruit volgt dat:
  • Er geen subsidies mogen aangevraagd worden.
  • De naam, het lidmaatschap, de bestuurlijke functies, de ledenlijsten, enz. niet mogen gebruikt worden voor commerciële, politieke of maatschappelijke doeleinden.
  • Het culturele aspect van de activiteiten dient te primeren.
  • Het lidmaatschap niet vrijblijvend is. Zowel van de groepen als van de individuele leden wordt een reeël engagement gevraagd.
  • Er door elke groep minstens 10 activiteiten per jaar moeten worden ingericht.
  • De leden, behoudens, gewettigde redenen, minstens aan 7 activiteiten per jaar dienen deel te nemen. Afwezigheden dienen op voorhand aan de groepsverantwoordelijken te worden gemeld. De leden die niet voldoen aan deze vereisten, mogen als ontslagnemend worden beschouwd.
  • Bij alle activiteiten het persoonlijk contact en de sfeer van vriendschap dienen te worden bevorderd. Hierdoor en met het oog op een vlot verloop van de activiteiten worden de groepen beperkt tot maximum 40 personen.
  • De omgangstaal in de groepen het Nederlands is en de uiteenzettingen van de gidsen in de mate van het mogelijke in het Nederlands gebeuren
  • Anderstaligen van harte welkom zijn, mits zij de voormelde taalregel volgen.
  1. De Zilveren Passer is genoemd naar een van de huisjes van het Plantin-Moretusmuseum, waar de Gulden Passer ontstond. Het eerste bezoek van een nieuwe club wordt dan ook traditiegetrouw gebracht aan het Plantin-Moretusmuseum.
  2. Het bedrag van het lidgeld en de bijdrage in de algemene kosten van de vereniging wordt jaarlijks door het Bestuursorgaan medegedeeld aan de verantwoordelijken en moet door iedere club strikt nageleefd worden.
  3. Het lidgeld wordt gestort op een bankrekening, geopend door de groepsverantwoordelijken op naam van feitelijke vereniging Club Zilveren Passer afdeling …………nr …………op het adres van een van de clubafgevaardigden.
    Districts – en provincieverantwoordelijken openen een soortgelijke rekening voor de financiën van hun district of provincie.
  4. De groepsverantwoordelijken staan gezamenlijk in voor het beheer van de gelden van hun groep. Jaarlijks bezorgen ze, tegen 30 juni een door alle verantwoordelijken ondertekend financieel verslag aan hun district- of provincieverantwoordelijke.
    De districts –en provincieverantwoordelijken maken een samenvatting van deze financiële verslagen op één formulier ter controle en opvolging.
  5. De groepsverantwoordelijken dienen tegen uiterlijk 30 juni van elk jaar een verslag van activiteiten van het voorbije werkjaar over te maken aan de districts- of provincieverantwoordelijken. Deze maken hiervan een samenvatting, die ze tegen 20 juli doorsturen naar het Bestuursorgaan.
  6. De districts- en provincieverantwoordelijken geven veranderingen aan de adressenlijst van de verantwoordelijken door aan het Bestuursorgaan tegen uiterlijk eind oktober. De aanpassingen dienen gemakkelijkheidshalve in het rood te worden aangeduid. De ledenlijsten van de Zilveren Passergroepen worden bewaard door de districts- en provincieverantwoordelijken.
    De lijsten van de verantwoordelijken in de districten en provincies moeten wel nog doorgestuurd worden naar het hoofdbestuur tegen eind oktober.
  7. Bij de oprichting van groepen wordt aan de nieuwe verantwoordelijken uitleg en informatie gegeven over:
  • De doelstellingen.
  • Het groot belang van het doorgeven van de sfeer van vriendschap en integratie.
  • Het huishoudelijk reglement
  • De praktische organisatie van bezoeken, de administratie.
  1. Met het lidgeld worden volgende kosten betaald : verzekering, gidsen, administratieve kosten van de groepen, de districten, de provincies en de vzw en indien mogelijk, de inkomgelden.
    Er dient een evenwicht in acht te worden genomen tussen dure en goedkopere activiteiten. Indien een activiteit door 2 of meer groepen samen wordt georganiseerd, moet de verdeelsleutel van de onkosten op voorhand worden afgesproken.
    De groepsverantwoordelijken storten jaarlijks een bijdrage per lid aan de districts- of provinciale kas. Dit bedrag wordt jaarlijks bekend gemaakt door het Bestuursorgaan.
    Een deel van dit bedrag dient tot dekking van de administratiekosten van de districten en provincies en een deel wordt doorgestort naar de kas van de vzw; daarmee betaalt de vzw de verzekering en de administratiekosten.